1. Verwarm de oven voor op 200 graden Doe de stokbroodjes in een voorverwarmde oven en laat bakken.
2. Maak de tenen knoflook schoon. Breng water aan de kook en doe daar vervolgens 2 eetlepels van in een kommetje en laat hierin de tenen knoflook wellen. Ongeveer 10 minuutjes laten staan.
3. Gebruik voor het maken van de walnotenpesto een kleine keukenmachine of staafmixer. Doe hierin de voorgewelde knoflooktenen, plus het water, de mascarpone 80 gram van de walnoten en 80 ml van de walnotenolie.
4. Voeg naar smaak zout en peper toe. Laat de machine draaien tot er een gladde mix ontstaat. Klop van de azijn de rest van de walnotenolie en de olijfolie een dressing en zet dit apart.
5. Snijd de stokbroodjes in plakjes en leg deze nog even in de oven om krokant te worden. Smeer ze in met een klein beetje olijfolie. Gril de pancetta gelijk met de stokbroodjes zodat deze lekker krokant zijn.
6. Meng de rucola met de dressing en de overgebleven walnootjes en met wat Parmezaanse kaas. Doe een blaadje rucola op het stokbroodje en een flinke lepel van de walnootpesto.
7. Garneer af met de krokante pancetta en een klein beetje parmezaan. In een krulletje bijvoorbeeld.

Serveer de salade in kleine bakjes naast de crostini